Cada día: Usted, nosotros, vosotros, ellos
usted = u
nosotros = wij
vosotros = jullie
ellos = zij (meervoud)
Uitspraakregels:
De klinkers a, o, en e worden in het Spaans kort uitgesproken.
In het Spaans wordt de u uitgesproken als de oe in het Nederlandse woord koe.
De v wordt als een Nederlandse b uitgesproken.
In tegenstelling tot veel andere talen, worden in het Spaans in principe alle letters van een woord uitgesproken.
hablar presente
(usted) habla
(nosotros) hablamos
(vosotros) habláis
(ellos) hablan
comer presente
come
comemos
coméis
comen
vivir presente
vive
vivimos
vivís
viven